Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de [8]jongste van hen zeide tot den vader: Vader, geef mij [9]het deel des goeds, dat [mij] toekomt. En hij deelde hun [10]het goed. 8. Grieks jonger. 9. Dat is, dat mij zou gevallen, namelijk na uwen dood. Zie vs.30,31. 10. Grieks het leven, of leeftocht; dat is, de middelen om van te leven.